Toespraak burgemeester Binnendijk tijdens Dodenherdenking
Tijdens de Dodenherdenking op 4 mei blikte burgemeester Falgun Binnendijk terug op het verzet in de oorlog en de betekenis van 80 jaar vrijheid. Hij sprak de volgende woorden uit bij de monumenten aan de Vrijheidsdreef:
Willem de Tello, Ernst Moltzer, Piet Lokman, Jan Klingen alias Broeder Joseph, Willem Denijs, Gerrit Johan Kruiderink, Shava Bornstein alias Elisabeth Bos, Marinus Vaumont, Bernard Ledeboer, Wilhelmina de Bock en Nicolaas van Waas.
In de Joodse traditie leeft een mens voort zolang zijn of haar naam wordt genoemd.
Daarom spreken wij vandaag hun namen uit - niet slechts als een herinnering aan het verleden - maar als een daad van eerbied en verbondenheid. Elke naam draagt een verhaal, elk verhaal verteld. Zij zijn niet vergeten, zij blijven herinnerd. Onze Heemsteedse verzetshelden.
Een held is iemand die, wanneer geconfronteerd wordt met gevaar, rampspoed of vanuit een zwakke positie, moed en de bereidheid tot zelfopoffering betoont voor een grotere zaak. Heldendom heeft vaak te maken met strijd of het algemeen morel uitblinken. Moed. Zelfopoffering. Strijd. Moreel.
Lieve Heemstedenaren,
Het is vandaag 4 mei 2025. 80 jaar vrijheid. Vandaag herdenken we al diegenen – burgers en militairen – die in het Koninkrijk der Nederlanden of waar ook ter wereld zijn omgekomen of vermoord; zowel tijdens de Tweede Wereldoorlog als in oorlogssituaties en bij vredesoperaties daarna.
En welke betekenis heeft 80 jaar vrijheid voor ons vandaag? Waar hebben deze helden voor gestreden? Voor wie of voor wat hebben deze helden zich soms opgeofferd? Het zijn vragen die mij tijdens de wandeling langs de verzetshelden route bezig hebben gehouden. Wat is de echo van de Tweede Wereld Oorlog in onze tijd? Kan je het nog horen? Want het geluid van een echo verliest in de tijd langzaam zijn energie en wordt zwakker. Het hangt van zijn omgeving – van ons als mensen - af hoelang het duurt voordat de echo dooft.
De oorlog had de grenzen van menselijke wreedheid en onmenselijkheid blootgelegd. Wat leidde tot een wereldwijde herbezinning over ethiek, gerechtigheid en mensenrechten. Vanuit een hernieuwd moreel besef over dat wat goed en fout is, herstelde we de orde. We hadden moed. En we bouwden instituties. We stonden voor een verenigd Europa. En we zeiden tegen elkaar: ‘nooit meer oorlog’. We richtte de Verenigde Naties op, om te voorkomen dat er opnieuw een wereldwijde oorlog zou uitbreken. Het recht zou zegenvieren. En we richtte het Internationaal Strafhof op. En we stonden voor de menselijke waardigheid en mensenrechten. Wat leidde tot de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. En om niet te vergeten bouwden we musea, monumenten en we herdenken de doden op dodenherdenking. Om de herinnering leven te houden.
Ik vertel dit, omdat we dit misschien als vanzelfsprekend zijn gaan ervaren. Maar dat is het niet. Het is uitzonderlijk. 80 jaar vrijheid is uitzonderlijk. Maar de staat van vrede zijn we onderhand ‘normaal’ gaan vinden. Zoals er water uit de kraan komt. En dat het licht aangaat als je de schakelaar indrukt. Heel gewoon, we zijn ermee opgegroeid. Maar het is allemaal de echo van de Tweede Wereldoorlog.
Nu spanningen en oorlogen het wereldtoneel domineren en er een sfeer van dreiging ontstaat. Voelen we weer eens hoe kwetsbaar we eigenlijk zijn. Oorlog aan de rand van Europa. Mobilisatie. Wapenwedloop. We zien leiders die de collectieve erfenis van de Oorlog niet ter harte nemen. De morele echo van toen, weerklinkt niet in retoriek van nu. En het geeft mij het gevoel dat de echo van de tweede wereld oorlog langzaam aan het doven is. Dat we de stem - die stem die aan de basis stond van de bouw van onze instituties – steeds minder goed horen. Dat het – nu 80 jaar later - stiller wordt.
En wat kunnen we doen als het stil wordt? Laten we het gebeuren. Geven we retoriek de ruimte om te vertellen wie wij zijn. Of tonen we moed en maken we ons eigen geluid. En laten wij onze eigentijdse stem horen? Zijn we strijdbaar om onze stem een echo voor toekomst te laten zijn? Een geluid dat nog decennia te horen is. Een geluid dat getuigt van groot moreel besef. Juist nu. Juist wanneer verworven waarden weer op het spel lijken te staan. En de internationale orde voor onze ogen lijkt af te brokkelen. Nu doet het ertoe. Een nieuw geluid voor de generaties die na ons komen. We kunnen bij de pakken neerzitten en wachten tot autoritair leiderschap ons de weg wijst. Maar misschien, heel misschien zijn wij het die weg moeten wijzen. Zijn wij degenen die vaandel van goed en kwaad moeten dragen. En schuilt in ons de veilige haven van moed en moreel besef.
Om 20.00 uur waren we twee minuten stil. Twee zeldzame - stille momenten in onze drukke - hectische levens waarin het wereldnieuws van alle kanten op ons afkomt. En misschien geeft die stilte de ruimte om stil te staan. En tijd nemen om na te denken over hoe wij zelf kunnen bijdragen aan een wereld van kansen en hoop. Over het geluid dat wij willen laten horen voor toekomstige generaties. Wat wij willen meegeven? Wat wij achter laten? Wat is onze echo?
Ik wil graag afsluiten met een tekst. Namelijk, een briefje in de portemonnee van Marinus Vaumont. Marinus. Doodgeschoten op de hoek van de Havenstraat en Jacob van Campenstraat. Een briefje met een boodschap.
‘Waak in eenzaamheid over Uw gedachten,
in huiselijke kring over Uw humeur,
in gezelschap over Uw tong.
Niet wat wij dragen - maar hoe wij het dragen - maakt ons tot helden.
Het leven is niet zoo kort of er is altijd nog tijd, anderen te helpen. Strijd is voorwaarde voor overwinning.’
Ik dank u wel.